Vlaamse primitieven - een afspeellijst van DJ Moussa Rasé

DJ Moussa Rasé duwt met de afspeellijst "Vlaamse primitieven" andermaal flink tegen de grenzen van mijn comfortzone. We reizen in de tijd, terug naar de middeleeuwen om muziek uit de renaissance te ontdekken. We ontmoeten er meteen Dead Can Dance die ons verwelkomen en verenigen met het episch weergalmende, door meerdere koren gezongen "The Arrival And The Reunion". De cover van het album Aion is een detail uit "De Tuin Der Lusten" van kunstschilder Hieronymus Bosch. Ongeluk loert echter om het hoekje. Ook het mysterieuze "Malheur Me Bat" behoort tot de populaire composities uit de renaissance. Componist Johannes Ockeghem daagt ons, de millennium-generatie, uit met een ononderbroken polyfonie die niet gemakkelijk in het oor ligt.

DJ Moussa Rasé weet echter al gauw een vertrouwde brug te bouwen tussen heden en verleden. Robert Sadin geeft het nummer "Comment", een compositie van poëet en componist Guillaume de Machaut uit de veertiende eeuw, een moderne en zelfs wereldse toets door toevoeging van duistere orgelklanken, een onheilspellende klarinet en een vleugje traditionele percussie. Met wat meer houvast zijn we klaar om ons verder te verdiepen in de muziek uit de zestiende eeuw. We luisteren naar het klagende "Cabezon: pour un plaisir" van de Vlaamse polyfonist Thomas Crecquillon, in de versie van de op kinderleeftijd blind geworden Spaanse renaissance-componist en hofleverancier Antonio De Cabezón. Opnieuw daagt Johannes Ockeghem ons uit, ditmaal met het in de vijftiende eeuw immens populaire, langgerekte "Missa Caput" dat ons kordaat naar hogere sferen leidt.
Tylman Susato

Ook Nicolas Gombert - "Le bergier et la bergiere"- was een invloedrijke Vlaamse componist werkzaam als "knapenkoorleider" aan de hofkapel van Keizer Karel V. Gombert werd echter veroordeeld tot dwangarbeid in de galeien na de aanranding van een jongen die onder zijn hoede viel. Later werd hem vergiffenis geschonken.

Na het "Interrogabat Magos Herodes" van de Franse renaissance-componist Jean Mouton, belanden we weer middeleeuws Vlaanderen. Tylman Susato was kalligraaf aan de kathedraal van Antwerpen en één van de eerste muziekuitgevers van de lage landen. Hij publiceerde in 1551  drie ‘Musyck boexkens’ met polyfone muziek van verschillende componisten. Twee van die boekjes bevatten meerstemmige ‘amoureuse liedekens’, voorzien van Nederlandse teksten. In het derde staan ‘alderhande danserye’, ofwel instrumentale dansnummers. Dit was de eerste uitgave van instrumentale muziek uit onze contreien.

Charles Manson
Na "Regina Coeli", een hymne aan Maria door het Huelgas Ensemble, lijkt "Always is Always" perfect aan te sluiten bij de renaissance muziek. Niets is echter wat het lijkt, wetende dat deze laatste song uitgebracht werd door de hoogst experimentele band Psychic TV in 1983. Het contrast kan ook niet groter zijn; het  nummer is een bewerking van "I'll Never Say Never To Always" van singer-sonwriter, sekteleider en seriemoordenaar Charles Manson. Charles Manson was de stichter van de zogenaamde "Manson Family", een sekte die in 1969 onder zijn leiding verantwoordelijk was voor de moord op negen jonge mensen.
Met het grein in de keel zoeken we opnieuw onze toevlucht tot Onze Lieve Vrouw. In "Messe de Nostre Dame: Sanctus", een mis gecomponeerd door Guillaume de Machaut, brengt Graindelavoix de muziek van de stem op intense wijze tot leven.

Vlaams polyfonist en dichter Antoine Busnois zet ons weer met beide voeten op de grond. Aardse liefde, "Amours amours amours", is het onderwerp bij uitstek. Nog wereldser en sensueler wordt het wanneer Madeleine Peyroux een jazz-interpretatie brengt van Guillaume de Machaut's  "Amour me
fait desirer". Het prikkelende nummer haalt je terug uit de middeleeuwen, maakt een omweg langs het mondaine jazzy Parijs en neemt je mee tot in de Afrikaanse brousse. De hand van Robert Sadin is tastbaar. En is het niet de liefde die regeert en alles overheerst? De melodie van de trage hofdans "Belle qui tiens ma vie" van Thoinot Arbeau, verschenen in 1589 in de danshandleiding "Orchésographie", weergalmt nog steeds in ieders hoofd.

Il fait bon aimer l’oiselet qui chante par nature
Ce mois de mai comment qu’il soit
Tant comme la nuit dure,
Tant comme la nuit dure.

Il fait bon écouter son chant
Plus que nul autre en bonne foi
Car il réjouit maint amant,
Je le sais bien quand est à moi.

Il s’appelle rossignolet
Qui met toute sa cure
À chanter de son chant parfait,
Aussi, c’est sa nature.

Il Fait Bon Aimer L'Oiselet - Antoine de Févin (Frans-Vlaams componist)

Guillaume de Machaut
Dead Can Dance voorspelt de apocalyps met het spannende "The Song of the Sibyl" dat sedert de middeleeuwen onafgebroken op kerstavond wordt gezongen in een aantal Spaanse, Italiaanse en Catalaanse kerken en door UNESCO in 2010 werd uitgeroepen tot "Ontastbaar erfgoed". 
Om het opnieuw meer aards en tastbaar te maken, worden we aan het dansen gezet. De "passamezzo" is een Italiaanse dans uit de Renaissanceperiode. "Passamezzo d'Italye - Reprise - Gaillarde" begint statisch met een opvoering van de strijkinstrumenten, waarna op de vrolijke tonen van de fluit de dans stampend en levendig wordt ingezet. De dans ontlokt de passie en leidt tot het bedrijven van de Ramonez-moy ma cheminée". Tenslotte draait het om de kunst van de liefde, en zo vinden we op het album "Art of Love" van Robert Sadin een donkere, trieste herwerking van Machaut's "Tu, meu sonho vivo" waarin de gitaar, de cello en een sax elkaar ijzig beminnen. Een uiting van post-coïtale dysforie of kortweg de "post-seks blues"?
liefde met het ondubbelzinnige "

Met het soepele meerstemmige "Elke gilde heeft syn deerne" weet de Vlaamse Josquin Baston al gauwe weer te relativeren. Jacob Obrecht spreekt dan weer rechtuit en oprecht in "De Wereldlijke Werken":

Meisje, is je kutje rauw?
Dat zijn zo mijn eigen zorgen.
Laat me eens voelen, doe niet zo flauw.
O, wacht tot overmorgen.
Want goed doorkneed
Is zo je weet
Tweemaal zo heet.
Ja, wacht tot overmorgen.

Meisje, is je kutje rauw?
Dat zijn zo mijn eigen zorgen.
Laat me toch voelen, doe niet zo flauw.
Wacht even nog tot morgen.
Want goed doorkneed
Is zo je weet
Tweemaal zo heet.
O, wacht dan nog tot morgen.

Meisje, is je kutje rauw?
Dat ga ik je niet vertellen.
Laat me nu voelen, doe niet zo flauw.
O, wacht nog twintig tellen.
Want goed doorkneed
Is zo je weet
Tweemaal zo heet.
Dus wacht geen twintig tellen.


Van antieke wereldse Nederlandstalige volksmuziek stappen we over naar de hedendaagse Nederlandstalige engelengeluiden van Laïs. "Grand Jacques", met kritiek op de kerk, de oorlog en de huichelarij, is een cover uit het debuutalbum van onze nationale trots Jacques Brel.

Met het rustgevende "Allons, allons gay" van Pierre de Manchicourt, componist en voormalig kapelmeester van Doornik en Arras, duiken we opnieuw de Vlaamse renaissance in. Toen Sting als cadeau een luit kreeg, ging hij meteen een samenwerking aan met Bosnisch luitspeler Edin Karamazov. Het resultaat van deze samenwerking is het melancholische nummer "Flow My Tears", de meest populaire aria van de Britse componist John Dowland.

Het emotioneel gezongen "Love Without End" is opnieuw Robert Sadin's bewerking van een compositie van Guillaume Machaut, tartend met alle grenzen van tijd en ruimte, waarna Dead Can Dance andermaal met galmende klokken en een eindeloze meerstemmige klankenstroom de renaissance binnen treedt met "The End Of Words", naadloos gevolgd door "Kyrie" van Enrique Morente en "Missa Malheur me bat: Agnus Dei" van Josquin Des Prez in een uitvoering van The Clerks' Group. Josquin Dez Prez - of Josken Vandervelde - leefde rond 1440 tot 1521 en was zonder twijfel de grootste componist van zijn tijd. Mede dank zij zijn hoge leeftijd en het feit dat hij veel reisde had hij een niet te onderschatten invloed op volgende generaties componisten.

Gamelan
De afspeellijst sluit af met een knipoog naar onze stad der steden. Dick van der Harst, Gents stadscomponist en oprichter van het "Nieuw Gents Stadsblazerscollectief" brengt "Ergo Dulce Melos", een polyfone compositie van de in de 15e eeuw in Gent geboren Jacob Obrecht. Op "Bona Sera" uit het zelfde album "Assim", wordt muziek uit de renaissance vermengt met zweverige traditionele Indonesische gamelanklanken.

Toegegeven, ik heb even lopen zuchten en blazen alvorens deze afspeellijst onder handen te nemen. In het achterhoofd speelde echter de idee dat, als Moussa Rasé een afspeellijst samen stelt, dan moet er een interessant verhaal aan kleven. Een gedachte die me bleef kwellen. En tenslotte ben ik toch maar aan de slag gegaan... Tot mijn grote voldoening, hoera!

Met de afspeellijst "Vlaamse primitieven"  bouwt Moussa Rasé een solide brug tussen heden en verleden. De muziek begint in hogere bijna ongrijpbare sferen, zet je al gauw weer met beide voeten op de grond, maakt een schrikwekkende connectie met een seriemoordenaar-sekteleider, prikkelt met jazzy en Afrikaanse liefde en zet ons aan het volksdansen tot we onszelf onomwonden verliezen in de vurige passie, waarna we geconfronteerd worden met post-coïtale dysforie of kortweg de "post-seks blues". Om opnieuw gratie te vinden in devote sferen. Amen.